(Interview met Johan en Roos Pype op maandag 24/2)
Johan en Roos ... Heb je het over één van hen voeg je er haast automatisch de andere aan toe. Het is een hecht koppel dat de warmte van hun reeds lange huwelijk gul openstelde voor verschillende mensen binnen
een aantal vrijwilligers-engagementen die ze tijdens hun leven op hun pad lieten komen. Ook voor RWI-Vondels betekenen ze nu reeds een ruime tiental jaren een vaste waarde binnen het begeleidings-aanbod voor één van de bewoners. Elk weekend opnieuw staan ze klaar om L op te halen en haar de kans te geven om samen met hen naar een misviering in de omgeving te gaan. Door de vele Ieperse omleidingen in de laatste tijd leggen ze hiertoe niet zelden flink wat kilometers omweg af maar dat hebben ze er graag voor over.
We troffen elkaar op een regenachtige maandagochtend bij hen thuis voor een gesprek over het bovengenoemde engagement in de voorbije jaren. Ik voelde mij erg welkom bij hun niet verwacht klaargezette hapjes en een zelf bereide vruchten-aperitief ....
Waaruit bestaat juist jullie vrijwillige inzet voor L ?
Johan: Elk weekend halen we L op om samen met ons naar de mis te gaan in één van de Ieperse parochies of deze van Loker. Soms is dit op zaterdagavond, andere keren op zondagvoormiddag. We kondigen minimaal een week op voorhand bij haar leefgroeps-
begeleiding en L zelf aan op welke dag en moment het de volgende keer juist wordt.
L hecht er veel belang aan dat we haar telkens op het moment dat wij haar na zo’n viering terugbrengen naar haar leefgroep reeds goed melden wanneer ze ons het weekend er op opnieuw zal zien. Ze brengt ons daarbij ook niet zelden nog even naar haar eigen kamer om ons één en ander te tonen of bij haar te houden voor nog een extra babbel.
Het gebeurt al eens dat we na de misvieringen met L nog even een cafeetje aandoen voor een koffie of drankje met haar en pikken er dan regelmatig voor haar (relatief) bekende en vertrouwde plaatsen uit. Bij speciale momenten in het kalenderjaar zoals Kerst, Pasen, haar verjaardag ed. proberen we haar graag wat extra te bieden. Omdat ze al heel wat spulletjes op haar kamer verzameld heeft drukken we dit de laatste tijd liever niet meer in een cadeautjes uit maar nodigen we haar bijvb. eens extra uit bij ons thuis na afspraak met de begeleiding.
Toen L. nog iets zelfstandiger was gebeurde het al eens dat zij zelf van uit haar vroegere woonlokatie in de Merellaan alleen naar ons kwam gestapt. De afstand naar ons adres was zeker haalbaar en L was steeds welkom.
Hoe zijn jullie hier juist toe gekomen en hebben jullie dit opgestart ?
Roos: L’s zus is in mijn eigen kinder- en jeugdjaren steeds een sterke vriendin van mij geweest. We groeiden samen op in Westouter en waren er beiden lid van de Chiro waar we prachtige ervaringen deelden. Deze vriendschap is gebleven en zette zich verder naarmate we ouder en volwassen werden. We zaten later ook samen in eenzelfde koor. Het was voor ons beiden echt een bijzondere vriendschap en ik ben steeds erg vertrouwd geweest met de familie van L, o.a. haar vele broers en zussen. Ik kwam er ook regelmatig over de vloer. Haar vader, de voormalige koster en gekend regisseur daar is steeds een centrale persoon geweest in het Westouterse en het ruimere Heuvelland. Niet weinig mensen kende zijn kroostrijke gezin.
De omgang tussen mij en L’s zus is op een zeer spijtige, abrupte wijze afgebroken door een dramatisch auto-ongeluk waarbij ze om het leven kwam. Er is daarna echersteeds een zekere betrokkenheid op L’s familie gebleven.
In 2013 verhuisde Lnaar de Vondels-woning ‘Merellaan 6’ en werd mij vanuit die oorspronkelijke connectie met haar familie door een verantwoordelijke gevraagd of L wekelijks mee met ons naar de mis mocht gaan. We gingen daar graag op in.
De gewoonte is intussen gebleven, de band met L verder gegroeid en maakt intussen een grote tiental jaren a.h.w. echt deel uit van ons leven.
Wat zien jullie op zo’n momenten en kunnen jullie voor L betekenen ?
Johan: Door het feit dat onze ontmoetingen met L er haast elk weekend opnieuw weer zijn is deze gewoonte in L’s beleving een centrale plaats gaan krijgen.
Wanneer we L terug afzetten in de l staat ons elke zater- of zondag ook steeds geruime tijd op voorhand op te wachten (volgens de begeleiding soms zelf anderhalf uur) met jas reeds aan en handtas in de hand. We voelen dat onze zo opgebouwde band en het ganse gebeuren voor haar a.h.w. echt iets van haarzelf (identiteit) is geworden en haar ook steeds weer ‘iemand’ laat zijn in de omgang met haar medebewoners.
Roos: tijdens deze wekelijkse ontmoetingen komt L niet zelden dingen aan ons vertellen en toevertrouwen. Het feit dat we een soort gemeenschappelijke Westouterse jeugd en ikzelf vertrouwd ben met deze achtergrond en familie maakt deze babbels en het begrijpen van L.gemakkelijker. (Mede door) deze regelmatige contacten blijft L a.h.w.ook een stukje verbonden met haar verleden.
Johan: We zien dat het haar regelmatig ontspannen maakt. Af en toe deelt ze ‘kleine geheimpjes’ en geniet ze ervan dat het zo ook onze geheimpjes blijven.
Roos: L kan het ook heel luchtig tot ‘drollig’ maken met clowneske kluchtjes of oude meer ‘gewaagde’ liedjes (met al eens een ‘kontje en strontje’ gehalte) afkomen. Dit is voor ons telkens een teken dat ze zich veilig en goed bij ons voelt. Omgekeerd kan ze dan ook best wat humor van onze kant aan. Tijdens een misviering , wanneer ze in haar portemoneetje grijpt naar wat geld om in de schaal te leggen, durf ik haar stilletjes al eens te plagen met mijn gefluister “ Het rosje zoekt naar rostjes “ (cfr. L’s oorspronkelijke haarkleur) waarbij we dan stiekem echt plezier in zo’n mis hebben.
Johan: In onze omgang streven we ernaar om een balans te vinden tussen haar voldoende te ‘ondersteunen’ enerzijds en genoeg in te zetten van wat ze in haar mogelijkheden heeft anderzijds. L gaat bijvb. zelfstandig om een hostie.
L voelt dat ze ook in de kerkgemeenschap ‘er bij hoort’. L. ontmoet er regelmatig (oude) gekende personen die haar groeten. We zitten meestal op dezelfde rijen in het kerkgebouw. L houdt hiervan en gaat vaak spontaan een hand geven aan wie ze herkent. Ook dit draagt bij tot een positief zelfgevoel. Vorig jaar was er een speciale viering met de bisschop. Op een bepaald moment was er een uitnodiging om allen rond het altaar plaats te nemen en L wou daar aan deelnemen. De bisschop had daarbij aan haar alleen een “pieper” komen geven. L was daar zeer trots bij geweest en dit meteen stralend aan verschillende mensen gaan vertellen. We voelen regelmatig dat het L goed doet ook wat deze gemeenschappen betreft een plaats te krijgen en er ‘iemand’ is.
Roos: Tijdens een meer routinematige viering durft L al eens in te dommelen maar wanneer het om een meer speciale gebeurtenis gaat zien we dat ze alles goed wil volgen. Het is mooi om te zien hoe ze dan echt betrokken is. We zien ze bijvoorbeeld naar (letterlijk) grotere munten zoeken wanneer het om een ophaling voor mensen in armoede gaat. L wil zelf ook iets betekenen voor anderen. Het is ook opvallend dat ze telkens wanneer ze ons ziet spontaan de vraag gaat stellen naar “hoe het eigenlijk met ons is” en op haar wijze naar ons leven informeert.
In ons ‘koffietje’ achteraf gebeurt het al eens dat we ‘oude’ gekenden kruisen die naar L toekomen en met haar een babbeltje willen slaan. Dit zijn telkens weer mooie momenten voor L waarbij ze niet zelden gaat stralen. Vorig jaar nodigden we nog wat specifiek Westouterse mensen bij ons uit voor een namiddag gezellig samen zijn. Wij hadden toen bewust L. er ook bij gevraagd. Ze had het toen erg naar haar zin gehad.
Een mooie herinnering ?
Johan: Eigenlijk zijn er telkens veel kleine ‘mooie momentjes’ in zo’n paar uur met haar ‘op stap’. Ik verbind ze vooral met de momenten waarop we zien dat L er ontspannen bij loopt.
Roos: Ik haal er hier even toch ‘het grote chocolade-geheim’ uit. L kwam ons op een bepaald moment glunderend toevertrouwen dat haar vader vroeger een geheime plaats in zijn bureau had om de chocolade, waar hij zo gek van was, weg te stoppen. Zij had dit ontdekt, niemand anders, en ging er niet zelden stiekem aanzitten. Nu we dit wisten moest het ook ons geheim zijn en echt alleen van ons !
Van waar het volhouden van deze inzet ?
Johan: Het feit op zich dat we voelen en zien dat deze systematische weekend-contacten, gefocused rond het bijwonen van een mis, L deugd doet en regelmatig ook doet stralen is voor ons op zich een grote beloning voor onze inzet. De ‘welkom’ die L ons telkens geeft wanneer ze daar op ons zit te wachten betekent veel voor ons.
Roos: De connectie tussen L’s zus, mijn vriendin, en L is steeds heel sterk geweest zoals ik mee kon maken. Zij uitte ook regelmatig de bezorgdheid rond het feit of L in de toekomst haar ‘draai’ in het leven wel zou vinden. Dat wij hier nu op onze wijze iets kunnen betekenen voor dit ‘welbevinden’ van L en voelen dat we er ook ‘echt toe te doen’ is voor mij een soort voortzetting van en dank aan de ‘weggekaapte’ vriendschaps-relatie met haar zus.
L is in de laatste maanden, vooral sinds haar verhuis naar een nieuwe woonlokatie, erg achteruitgegaan. Zo zien we ze veel moeizamer stappen en moeizamer tot soms echt onverstaanbaar praten. Dit baart ons regelmatig zorgen, in de eerste plaats voor L, maar ook een beetje voor onszelf. Ik mag er niet aan denken dat we de vele momenten met L zouden moeten missen. Zij zijn binnen ons leven iets heel waardevols geworden.
.... en waar de voor hen zo typische lichtjes in hun ogen tot zover nog triomferende concurrenten voor de regenachtige februari-duisternis van die ochtend waren geweest, zag ik deze lichtjes in hun beide ogen plaats maken voor een tranige filter bij het uitspreken van bovenstaande angst. Net zoals dit des te meer het geval was geweest eerder deze ochtend bij hun droeve verhaal over het verlies van een driejarig kleinkind.
Roos en Johan ... Weer schreef ik ze binnen één en dezelfde pennetrek neer. Een bijzonder stel. En de‘bloemetjes’ die ze verdienen..... zijn ze gewoon zelf !